UNIVERSITEIT UTRECHT
DOCENT UU EIST VIA RECHTER VAST CONTRACT
Tekst Ronald de Kreij Beeld Doon van de Ven

Marijn Scholte: ‘Ik hoop dat er iets wezenlijk verandert ten gunste van de werknemer.’
Mogen universiteiten docenten op basis van tijdelijke contracten inzetten op structureel werk? Dat is de vraag waarover de rechter zich buigt in de zaak die voormalig docent Marijn Scholte heeft aangespannen tegen de Universiteit Utrecht. Vakbondsbestuurder Jan Boersma volgt de zaak nauwlettend en hoopt op ‘een steuntje in de rug’ van de rechter in ook zijn strijd voor meer vaste contracten.
Daar wil je toch niet meer werken, na hoe ze met je zijn omgegaan, vragen vrienden hem wel eens. ‘Zeer zeker wel!’, antwoordt Marijn Scholte dan. ‘Het is een leuke baan met leuke collega’s en leuke studenten. Toegegeven, ik heb een conflict met personeelszaken en het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht, maar het werk en mijn functioneren staan daar volledig los van.’
En dus toog Scholte, oud-docent Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen, naar de rechter om een vast contract te eisen. De universiteit had namelijk geweigerd om hem na twee tijdelijke contracten van één en drie jaar en ondanks goede beoordelingen een derde contract te geven. Omdat hij conform de regels dan een vaste aanstelling zou moeten krijgen. ‘Niets mis mee’, vindt Scholte, ‘want het is gewoon structureel werk. Direct nadat ik moest vertrekken opende de universiteit maar liefst twee vacatures voor de plek waar ik zat. Beide wederom op basis van tijdelijke contracten.’
De rechter zou in eerste instantie begin augustus uitspraak doen, maar door de vakantieperiode werd die datum uitgesteld. Op het moment van schrijven van dit artikel was de uitspraak er nog altijd niet.
Steuntje in de rug
Bestuurder Jan Boersma van FNV Overheid volgt de rechtszaak van Scholte met grote belangstelling. Hij hoopt op ‘een steuntje in de rug’ van de rechter om het aantal tijdelijke contracten van docenten bij de universiteiten terug te dringen. ‘Dat hebben we namelijk in de laatste cao voor de universiteiten afgesproken, maar nog geen concrete invulling aan gegeven. Behalve dan serieus onderzoeken hoe de contractuele positie van docenten kan worden verbeterd.’
In die cao is vastgelegd dat er voor docenten met een vaste aanstelling een koppeling moet zijn tussen onderwijs en onderzoek. Boersma: ‘Dit met de bedoeling om tijdelijke docenten uitzicht te bieden op een combinatie van beide taken. Zo’n docent moet dan ruimte krijgen voor bijvoorbeeld onderwijsgebonden onderzoek. De Universiteit Utrecht volgt echter een andere route door universitaire docenten met ook een onderzoekstaak een vast contract aan te bieden, en gewone docenten een tijdelijke contract. Dit laatste onder het argument dat eventuele fluctuaties in de studentenaantallen moeten kunnen worden opvangen. De praktijk van alledag is echter dat zij gewoon structureel worden ingezet in het onderwijs. Bij de komende cao-ronde zal dit vraagstuk dan ook zeker weer op tafel komen te liggen. De FNV wil af van die contracten die na 48 maanden per definitie aflopen. Ook omdat Europese regelgeving het vaste contract als norm stelt.’
Arbeid menselijk maken
Marijn Scholte hoopt dat zijn rechtszaak bijdraagt aan het ‘weer menselijk maken van arbeid’, zegt hij. ‘Ik hoop dat er iets wezenlijk verandert ten gunste van de werknemer. Het gaat in deze zaak dan ook niet alleen om mijn baan. Ik doe dit ook voor veel andere docenten die op de universiteiten in een zelfde kwetsbare, afhankelijk positie zitten. Ik heb veel nare verhalen gehoord.’
De argumenten waarmee de Universiteit Utrecht de tijdelijke contracten verdedigt, storen hem een beetje. ‘Dat de universiteit flexibel moet kunnen zijn, bijvoorbeeld, en dat het zou mogen van de cao. De universiteit klopte zich voor de rechter zelfs op de borst voor het feit dat ik contracten voor in totaal maar liefst vier jaar hadden gekregen. Alsof ik daar dankbaar voor moest zijn. Dat vond ik een tamelijk Kafkaëske redenering.’
Nog zoiets wat hij niet helemaal begrijpt: ‘Ik solliciteerde naar een functie als docent Sociologie. Zelfde faculteit, andere afdeling. HR heeft mij afgewezen, omdat het anders te veel zou gaan lijken op een draaideurconstructie en dat zou niet getuigen van goed werkgeverschap. Nou ja zeg! Kennelijk geldt goed werkgeverschap alleen binnen de muren van iedere universiteit apart, want een docent die op de Universiteit van Amsterdam hetzelfde heeft meegemaakt als ik, mag wél op die functie solliciteren.’
Geen vakbondslid
Door de ontwikkelingen loopt Scholte nu alweer een tijdje niet alleen inkomen mis, maar ook de rechtszaak zelf kost hem veel geld. ‘Ik heb een rechtsbijstandverzekering’, zegt hij, ‘maar die dekt niet alles. Daarom heb ik op internet een GoFundMe-pagina geopend, in de hoop dat mensen financiële bijdragen willen leveren. Het gaat om duizenden euro’s die ik zelf moet bijbetalen. En dan heb ik het nog niet eens over een eventueel hoger beroep.’
Als vakbondslid had hij van de FNV gratis juridische bijstand ontvangen. Wist hij dit? ‘Het vakbondslidmaatschap is nooit in me opgekomen’, zegt hij. ‘Dat zat helemaal niet in mijn systeem. Ik ken ook maar weinig collega’s die wel lid zijn. Dat is een punt van aandacht, zeg ik nu. Misschien dat deze rechtszaak onder universitair personeel het belang van bonden naar voren brengt. Dat zou een mooie bijkomende uitkomst zijn.’
‘KENNELIJK GELDT GOED WERKGEVERSCHAP ALLEEN BINNEN DE MUREN VAN IEDERE UNIVERSITEIT APART’