SERIE: VAKBONDSWERK VAN DE TOEKOMST (DEEL 3)
‘ÉÉN ZIJN, DAT LOST AL HEEL VEEL OP’
Tekst Ronald de Kreij Beeld Jan Paul Kuit

Abdel Kourtit: ‘Zit er iets scheef en willen we dat dit verandert? Praten!’
Hoe ziet het vakbondswerk van de toekomst er uit? Volgens kaderlid Abdel Kourtit moeten de vakbondsleden niet alleen zoveel mogelijk een eenheid vormen, maar ook kritisch naar elkaar zijn. ‘Om scherp te blijven.’
De maatschappij verandert, dus verander mee! (Of is het andersom: omdat wij veranderen, verandert ook de maatschappij? Maar laten we deze vraag aan de deskundigen overlaten.) Wat betekent die veranderende maatschappij voor de vakbond en het vakbondswerk? We vroegen het een aantal vakbondskaderleden van FNV Overheid die voor een deel van hun werk zijn vrijgesteld voor het uitvoeren van vakbondstaken. In dit nummer deel 3 van een serie: Abdel Kourtit, werkzaam bij de rijksschoonmaakorganisatie RSO.
‘Ik ben geen gewone schoonmaker bij de RSO. Nee, ik ben een trotse schoonmaker! Zeker met de nieuwe cao voor het Rijk. Prachtige afspraken met mooie salarisstijgingen zowel in centen als procenten. Maar het allerbelangrijkste, althans voor mij en mijn schoonmaakcollega’s: wij gaan naar minimaal 14 euro per uur. Dit betekent voor de laagste loonschalen een loonstijging van bijna 20 procent. Hoe geweldig is dat? De hogere loonschalen stijgen procentueel minder hard, maar ze gaan er toch ook nog flink op vooruit. Dat vind ik eerlijk en terecht.’
‘Vrijwel direct na het cao-akkoord zijn vakbondsbestuurder Remko Mast en ik het land ingetrokken om samen met de kaderleden op de verschillende locaties de afspraken uit te leggen aan de RSO-collega’s. Velen konden het bijna niet geloven. Ze dachten dat Sinterklaas voorbij was komen rijden. Alsof een droom was uitgekomen. Maar het zit toch echt anders. Deze cao is niet zomaar uit de lucht komen vallen. We hebben er hard voor gestreden. Remko en ik zijn overigens nog steeds bezig met onze tocht door het land.’
Geeft energie
‘Het vakbondswerk geeft me veel energie. De werkvloer op en praten met mensen. Wat houdt hen bezig, wat willen ze, waar lopen ze tegenaan? Je moet wel een dikke huid hebben, want soms krijg je kritiek. Niet persoonlijk, maar op de bond. Dat de bond te weinig doet bijvoorbeeld. Nee, zeg ik dan, dat ligt aan jezelf. Je moet je actief opstellen en meedoen. Of liever nog: zelf de kar trekken.’
‘Als mensen écht slechte ervaringen hebben, op het werk of met de bond, dan ga ik uiteraard het gesprek aan. Even apart met elkaar en even de tijd nemen voor elkaar. En dan natuurlijk oplossingen zoeken. Samen, als ik daarin behulpzaam kan zijn, of anders met behulp van deskundigen van de FNV. Ik heb zóveel geleerd van de bond. Dat gebruik ik niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn collega’s. Mijn doel is dat ze elke dag na het werk met een glimlach naar huis kunnen gaan.’
Werk aan de winkel
‘Het is belangrijk dat vakbondsleden een eenheid vormen, maar ook kritisch naar elkaar zijn. Dan blijf je als groep scherp. En dat is nodig. Want ook al vallen we tegenwoordig onder vlag van de rijksoverheid en is er veel verbeterd ten opzichte van vroeger; nog niet alles is goed geregeld. Dus er is nog altijd werk aan de winkel.’
‘Ik doe het vakbondswerk uiteraard niet alleen. Dat doe ik samen met andere kaderleden. We vormen een hecht team en zijn enthousiast en zichtbaar. Ik denk of hoop in ieder geval dat de mensen ons enthousiasme voelen.’
Geen advocatenkantoor
‘Het is belangrijk dat de leden weten dat de FNV géén advocatenkantoor is. De bond gaat niet álles voor haar leden regelen. Wie dat zoekt, kan misschien maar beter een rechtsbijstandverzekering afsluiten. De bond doet namelijk meer. Goede arbeidsvoorwaarden afspreken bijvoorbeeld. En dat doen we samen, als leden. Ook problemen lossen we samen op.’
‘Ik ben van het praten. Zit er iets scheef op de werkplek en willen we dat dit verandert? Praten! Mijn ervaring is dat de hoogste bazen dit ook het liefst willen. Zij willen geen gedonder en al helemaal geen negatieve verhalen in de pers. Maar om dit praten ook positieve uitkomsten te laten opleveren, zo zeg ik altijd tegen mijn collega-FNV-leden, moeten jullie wel achter mij staan. Of achter een collega van mij natuurlijk, afhankelijk van de locatie. Maar nogmaals: het is belangrijk dat we een eenheid vormen.’
‘We hebben overigens nog plek voor nieuwe kaderleden. RSO telt zo’n zeshonderd locaties, en nog lang niet overal hebben we leden die zich ook actief voor de bond willen inzetten. Dus meld je aan. Stuur mij een mailtje met je gegevens: kourtit_a@hotmail.nl.’
Het resultaat telt
‘Vakbondswerk kost natuurlijk tijd. Hoeveel? Geen idee. Ik ben hiervoor deels van mijn schoonmaakwerk vrijgesteld. Maar het kost meer tijd dan ik krijg. Geeft ook niet, het gaat om het resultaat.’
‘Het vakbondswerk is voor mij nooit moeilijk geweest. Ik ben altijd opgestaan voor de rechten van de werknemer. Bang ben ik niet, ook niet om actie te voeren. Want wat heb ik te verliezen? Niets! Stel dat ik ontslagen zou worden en een uitkering zou moeten aanvragen. Dan ga ik er met al die aanvullende toeslagen volgens mij nauwelijks op achteruit. Maar dat wil ik niet. Ik wil werken. Ik wil met plezier werken. En daar zet ik me keihard voor in.’
‘JE MOET WEL EEN DIKKE HUID HEBBEN, WANT SOMS KRIJG JE KRITIEK’