INTERVIEW ARJAN POSTMA
Natuurkenner Arjan Postma:
‘GEKKE MIEREN MET GOEDE IDEEËN MOET JE KOESTEREN’
Tekst Pien Heuts Beeld Milan Vermeuelen

'GOOI JE IDEE DE WERELD IN, ANDERS GAAT HET ROTTEN'
Oud-boswachter en dwarsdenker Arjan Postma (54) ziet veel parallellen tussen mensen en dieren. Voor de noodzakelijke verandering om tot een duurzamer en eerlijker samenleving te komen, verwijst hij naar ‘gekke mieren’. Die hebben lef en gooien de boel van onderaf om. ‘Zonder durf ben je dood’.
‘Dieren hebben net als wij te maken met tegenslagen en problemen: epidemieën, branden, milieuschade. Het overkomt ze. Ze proberen te overleven. Het systeem gaat door. In de natuur móét alles continu veranderen om hetzelfde te blijven. Verandering is de stuwende kracht. Natuurlijk evenwicht bestaat niet. Dat is een bedenksel van ons, mensen.
Wij vinden verandering eng. Ook al keert de wal het schip. We zijn gewoontedieren. Het adagium is: als er maar geld verdiend wordt, is het goed. Maar we kunnen niet blijven groeien. De kloof tussen de kleine groep dikke dieren die alles opvreet, de aandeelhouders, en de rest van de samenleving is te groot.’
Wat kunnen we leren van dieren als het om verandering gaat?
‘We zijn gewend dat verandering van boven moet komen. Van ouders, een baas of een regering. Als we van één diersoort kunnen leren dat veranderingen van onderaf kunnen komen, is het de mier. Net als wij vormen mieren een complexe gemeenschap. Het is een hardwerkend volkje, waar ieder zijn taak heeft. En iedereen achter elkaar aansjouwt. Maar als er een probleem is, het nest moet bijvoorbeeld worden verplaatst, staat er vaak een ‘gekke’ mier op. Dat is een beetje een anarchistische mier die iets anders doet en durft dan alle gewoontedieren. Hij komt met dwarse ideeën om het probleem op te lossen. Wat ik trendsetter-mieren of helpers noem, voeren dat idee vervolgens uit. Gekke mieren zijn onmisbaar; het zijn pioniers die nieuwe wegen durven te bewandelen. Zonder hen gaat het volk dood.’
Trek die vergelijking eens door naar de werkvloer?
‘Ook in bedrijven heb je gekke mieren nodig. Managers zijn er niet voor de ideeën, maar voor de beslissingen. Echte veranderingen komen in de praktijk dan ook zelden van boven. Op de werkvloer sluimeren vaak al langer ideeën hoe dingen anders en beter kunnen. Gekke mieren met goede ideeën moet je koesteren. Helaas worden ze vaak als lastpost weggezet en is de directie ze liever kwijt dan rijk. Wat mieren ons laten zien, is dat we ons niet klein en onbetekenend hoeven te voelen wanneer we de wereld willen veranderen. Gooi je idee de wereld in, anders gaat het rotten.’
Wat is volgens jou nodig om de omslag naar een meer duurzame, solidaire samenleving te maken?
‘Een troostopperhoofd, een sociale leider, een vredestichter. Bij chimpansees zie je dat het leiderschap van de bully, het macho alfamannetje, vaak maar een korte houdbaarheidsdatum heeft. De vrouwtjes, die in rangorde vlak onder de hooggeplaatste mannetjes staan, zijn de smeerolie binnen de groep. Zodra de onderdanen het botte gedrag, uiterlijk vertoon en zaaien van angst van de opperbevelhebber beu zijn, kan er een nieuwe bully opstaan. Soms staat er dan een heel ander type leider op. Hij troost en geeft het meeste eten weg van iedereen. Als zo’n trooster aan de macht komt, wat meestal langdurig is, staat iedereen achter hem. Zo’n sociale leider zorgt voor harmonie en houdt de groep bij elkaar. Dat maakt de groep sterk.’

WINACTIE
FNV Magazine verloot 5 exemplaren van Arjans boek ‘Hoe één gekke mier de wereld kan veranderen’. Wil jij kans maken? Stuur dan uiterlijk 15 januari een e-mail met ‘Winactie Arjan Postma’ in de onderwerpregel naar redactie@fnv.nl. Vermeld je adresgegevens in de mail.

'IK DENK DAT DE FNV VEEL MEER VOOROP KAN LOPEN ALS HET OM VERANDERING GAAT'
Met Rutte zitten we in een ander schuitje.
‘Klopt. Na de val van de muur in 1989 had het kapitalisme zogenaamd van het communisme gewonnen. Dat was het begin van een neoliberale wind. Twaalf jaar Rutte aan het roer heeft de samenleving er niet socialer op gemaakt. Door een terugtrekkende overheid die alles aan de markt overlaat en geen langetermijnvisie heeft, zitten we nu in de problemen. Grote groepen mensen moeten het zelf maar uitzoeken. Mensen voelen zich onveilig, machteloos. Logisch. Het is toch bizar dat je niet genoeg verdient om te kunnen overleven; dat bestaanszekerheid niet meer vanzelfsprekend is.’
Wat kunnen we doen?
‘Meer voor elkaar zorgen! Wat wij doen is mensen die het financieel toch al moeilijk hebben het nóg moeilijker maken. Door uitkeringsgerechtigden een tegenprestatie te laten leveren. Of te verbieden dat er voor hen gezorgd wordt door een boete te zetten op een gift of ander medemenselijk gebaar. Solidariteit is niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren een vereiste.’
‘Solidariteit houdt de groep bij elkaar. Een chimpansee die gewond of gehandicapt is geraakt, wordt in leven gehouden door de andere leden van de stam. Die bouwen een nest, zorgen dat hij eten krijgt. Gehandicapten blijven gewoon meedoen. Zij passen op de kinderen als de rest op jacht gaat. Ook bij goudvissen zie je die zorgzaamheid. Een gewonde goudvis die niet meer bij het voedsel aan het wateroppervlak kan komen, krijgt een duwtje van een soortgenoot. In de natuur zie je dat dieren die met elkaar verbonden zijn, het veel beter doen dan individualisten. Wij mensen boeken ook meer winst als we elkaar helpen en op elkaar passen. Zorgzaamheid is de smeerolie van de samenleving.’
Het sociale verband in onze samenleving is soms ver te zoeken.
‘Het sociale verband staat onder druk sinds de markt zo’n belangrijke rol heeft gekregen. Het is de taak van de overheid om voor iedereen te zorgen. Dit versterkt de samenleving. In plaats daarvan is zelfredzaamheid al lange tijd het sleutelwoord. Ieder mens, en dier, wil zich echter deel voelen van het geheel. Saamhorigheid en empathie van boven zijn nodig om verandering van onderaf te stimuleren.’
Welke rol kan de FNV hierin spelen?
‘Ik zie de FNV als een empathisch collectief, aangevoerd door een leider vergelijkbaar met de chimpansee als troostopperhoofd. Het is een stam die in staat is de cohesie sterk te houden, veiligheid te bieden. Een collectief dat zijn zorgtaak verder zou kunnen uitbreiden naar meer groepen in de samenleving, zoals jongeren. Ik denk dat de FNV veel meer voorop kan lopen als het om verandering gaat. Zonder durf ben je dood. Minder polderen en meer lef en durf om een eigen koers te varen. Dat vraagt om goede ideeën van gekke mieren.’
ARJAN POSTMA
Oud-boswachter Arjan Postma werd in 1968 in Zaandijk geboren. Wat zijn opa en vader niet lukte, lukte hem wel. Op zijn 34ste ging hij na een afgebroken studie geschiedenis aan de slag als boswachter in een Noord-Hollands veenweidegebied. Zijn aanstekelijke verhalen over de natuur deelde hij met het publiek van RTV Noord-Holland en later in De Wereld draait door en bij RTL. Ook geeft hij lezingen. Inmiddels heeft hij vier boeken op zijn naam staan, waaronder Hoe één gekke mier de wereld kan veranderen, dat nu in de winkel ligt.
