SCHULDHULPVERLENING
SCHULDEN? TREK AAN DE BEL!
Tekst Eline Bosman Beeld De Beeldredaktie/Sander Koning Illustratie Yoko Heiligers

‘MAAR EEN OP DE ZES HUISHOUDENS MET BETALINGSPROBLEMEN IS BIJ GEMEENTEN IN BEELD’
1 op de 5 huishoudens in Nederland heeft betalingsproblemen, waarvan 650.000 huishoudens problematische schulden hebben. Wie schulden heeft, kan daarvoor hulp vragen bij de gemeente. Wanneer trek je aan de bel? Nadja Jungmann, hoogleraar en lector schuldenproblematiek bij de Universiteit van Amsterdam en Hogeschool Utrecht, legt het uit.
‘De groep mensen in de schuldhulpverlening is heel divers, maar voor de meeste geldt: ze worstelen al langer met financiële problemen voordat ze de stap naar schuldhulpverlening durven te maken.’ Zonde, vindt Nadja. ‘We hebben een mooi systeem in Nederland waar je altijd mag aankloppen.’
Zelfbeeld
Waarom mensen niet direct om hulp vragen, heeft volgens Nadja verschillende redenen. ‘Veel mensen schamen zich, niet alleen ten opzichte van anderen, maar vooral ten opzichte van zichzelf. Wat ook meespeelt, is wantrouwen richting de overheid, omdat men daar bijvoorbeeld negatieve ervaringen mee heeft. Wanneer je daarnaast al lang veel problemen hebt, doet dat iets met je zelfbeeld. Als je niet het idee hebt dat je leven kan verbeteren, zoek je ook geen hulp. En tot slot stelt de schuldhulpverlening allerlei voorwaarden waar niet iedereen aan wil voldoen. Denk aan het inleveren van je auto, kostgeld vragen aan meerderjarige inwonende kinderen en de verplichting tot betaald werk. Om die redenen is maar een van de zes huishoudens met schulden bij gemeenten in beeld.’
Elke maand rood staan
‘Het moment dat je je realiseert dat je niet meer weet hoe je het zelf kan oplossen, is het moment om in te grijpen. Sta je elke maand rood of kun je de rekeningen niet meer betalen? Wacht dan niet te lang met hulp vragen. Je kunt hiervoor naar je gemeente, maar er zijn ook diverse sites die hulp bieden. Kijk bijvoorbeeld eens op zelfjeschuldenregelen.nl. Hier vind je onder andere voorbeeldbrieven voor betalingsregelingen.’
Loterij
‘Wat ik schrijnend vind om te zien, is dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten op het gebied van schuldhulpverlening. Zeker in deze tijd van hoge inflatie wordt dat zichtbaar. Een deel van de gemeenten biedt bijvoorbeeld noodfondsen aan. Als je daar woont en aantoont dat je echt te weinig geld hebt, word je gecompenseerd. Maar er zijn ook genoeg gemeenten zonder noodfonds. Dan is er als vangnet de bijzondere bijstand, maar bij een op de drie wordt die weer niet ingezet bij een te hoge energierekening. Het is een soort loterij. Waar je op kan rekenen, ligt er maar net aan waar je woont.’
Naar de werkgever
‘Behalve naar je gemeente kun je ook naar je werkgever om je zorgen mee te delen, áls je je veilig voelt bij je werkgever natuurlijk. Steeds meer werkgevers vinden het belangrijk dat werknemers financieel gezond zijn. Schuldenproblematiek werkt namelijk door op arbeidsproductiviteit. Tegelijkertijd zijn er ook werkgevers die tijdelijke contracten niet verlengen als ze weten van schulden. Check of je je veilig voelt en zoek je werkgever dan op. Ze betalen niet je rekeningen, maar kunnen bijvoorbeeld wel een budgetcoach inschakelen.’
Schuldhulpverlening
‘Als je je bij de gemeente meldt, kijkt een schuldhulpverlener eerst hoe groot de problematiek is. Daarna kunnen er drie dingen gebeuren:
1. Bij lichte problematiek krijg je advies en coaching.
2. Bij zware problematiek wordt er gekeken of er direct een schuldregeling getroffen kan worden. Die duurt kort gezegd drie jaar en daarna ben je van je schulden af. Hier zijn wel strenge regels aan verbonden waarbij je wekelijks weinig leefgeld krijgt.
3. Bij onduidelijke problematiek – bijvoorbeeld als iemand midden in een scheiding zit en de schuldenlast nog onbekend is – wordt er eerst gestabiliseerd. Je krijgt dan ondersteuning om te voorkomen dat het erger wordt. Pas later volgt er een eventuele schuldregeling.’
Schuldregeling
Wordt er een schuldregeling getroffen? ‘Dan vraagt de gemeente alle schuldeisers of ze het bedrag dat je niet in drie jaar kan terugbetalen willen kwijtschelden. Vaak is dat wel 90 tot 95 procent van de schuldenlast. Het merendeel van de schuldeisers is bereid daaraan mee te werken. Doen ze dit niet? Dan kun je doorgestuurd worden naar de rechter om wettelijke schuldsanering aan te vragen. In het meest positieve geval worden schuldeisers door de rechter dan alsnog gedwongen mee te werken.’
Tussen wal en schip
‘Wat me zorgen baart, is dat het koopkrachtpakket van de overheid voor 2023 niet voor iedereen voldoende is. Er zal een groep tussen wal en schip vallen, bijvoorbeeld mensen met een slecht geïsoleerde woning of mensen met een inkomen net boven het sociaal minimum. Een gemiste kans! Want daar waar schuldenproblematiek niet wordt opgelost, ontstaan kosten. Financiële problemen maken mensen ziek, zorgen voor minder prestatie op de werkvloer en onderwijsachterstanden, werken door op je rol als ouder en partner, zorgen voor extra druk op de jeugdhulpverlening, gezondheidszorg en wijkteams, kortom: leiden tot nog meer kosten. Het is van groot maatschappelijk belang dat schuldenproblematiek wordt opgelost.’

‘WE HEBBEN EEN MOOI SYSTEEM IN NEDERLAND WAAR JE ALTIJD MAG AANKLOPPEN’
KASBOEK
Maandelijkse inkomsten en uitgaven van een alleenstaande vrouw in de schuldsanering (cliënt van Nordin)
Inkomsten:
€ 1.049 bijstandsuitkering (netto) € 111 zorgtoeslag € 380 huurtoeslag € 1.540 totaal
Uitgaven:
€ 1.340 gaat direct naar de gemeente om vaste lasten als huur (€ 763), GWL (€ 237), telefoon (€ 20) en zorgverzekering (€ 120) te betalen en diverse potjes van schuldeisers (€ 200) af te lossen.
Over:
€ 200 per maand (€ 50 leefgeld per week) vrij te besteden aan boodschappen, kleding, kapper, verzorgingsproducten, cadeautjes, sportschool, vervoer, uitjes.
‘Nu staat mijn leven weer drie jaar stil’
Joost van de Beek (33, niet zijn echte naam) Ruim een half jaar in de schuldsanering
‘Toen ik drie jaar geleden in mijn eigen succesvolle restaurant stond te werken, had ik nooit verwacht dat ik nu in deze situatie zou zitten: in de schuldsanering en twee failliete bedrijven verder. Twee weken voordat de coronacrisis uitbrak, opende ik mijn tweede restaurant, maar toen ging alles dicht. En ik kreeg alleen steun vanuit de overheid voor mijn eerste restaurant. De rekeningen stapelden zich al snel op. Toen de horeca af en aan weer open mocht, heb ik nog enigszins goed gedraaid, maar het was al te laat. Na lang proberen er zelf uit te komen met leveranciers, ben ik uiteindelijk toch failliet verklaard met mijn beide bedrijven. Toen kwam ik vanzelf in de schuldsaneringmolen terecht. En dat was pittig. Ik moest mijn motor verkopen en weer in loondienst gaan werken. Nu lever ik elke maand mijn volledige salaris in, krijg alleen 55 euro per week om vrij te besteden. Gelukkig kan ik goed koken met weinig ingrediënten, want met dit bedrag moet je echt creatief zijn met boodschappen. Gezellig een avondje de kroeg in met vrienden kan ook niet meer, tenzij zij betalen. Dat hakt er mentaal behoorlijk in. Voor mijn gevoel staat mijn leven nu weer drie jaar stil, net als tijdens corona. Ik kan niet wachten om over ruim twee jaar met een schone lei mijn leven weer op te kunnen bouwen.’
‘We kunnen niet ergens geld vandaan toveren’
Nordin Tallih (51) Schuldhulpverlener bij de gemeente Utrecht
‘In onze gemeente zijn negen van de tien mensen in de schuldhulpverlening mensen met een laag inkomen of bijstandsuitkering. Zij worden als eerste geraakt met schulden. Zeker door de toegenomen inflatie zie ik dat die mensen er gewoon niet meer uitkomen. Het vervelende is dat wij alleen een regeling kunnen treffen als mensen hun inkomsten en uitgaven in balans hebben. Ze mogen dus niet meer vaste lasten hebben dan dat er per maand aan inkomsten binnenkomt. Is dat niet zo, dan adviseren wij ze eerst over wat ze kunnen doen om daar te komen. De gemeente Utrecht is best ruimhartig. Zeker nu met de hoge energierekeningen kunnen inwoners van Utrecht bijvoorbeeld bijzondere bijstand aanvragen als ze kunnen aantonen dat ze meer dan 85 euro per maand meer betalen zonder meer te stoken. Dat doet niet elke gemeente. Mede daardoor kunnen wij tot nu toe vrijwel alle cliënten met energiebetalingsproblemen helpen, maar de inflatie moet niet nog verder oplopen. Dan zitten wij zelf ook met de handen in het haar, we kunnen niet ergens geld vandaan toveren.’